Baselines en voortgangscontrole zijn essentiële instrumenten bij het beheren en bewaken van de voortgang van een project. Met Microsoft Project kun je baselines instellen en de voortgang van taken bijhouden om te zien hoe goed je project vordert ten opzichte van de oorspronkelijke planning. In deze instructie leer je hoe je baselines kunt instellen en voortgangscontrole kunt uitvoeren in Microsoft Project, zodat je de prestaties van je project kunt meten en tijdig kunt ingrijpen wanneer dat nodig is.

1. Open Microsoft Project en open je projectplan.
2. Ga naar het tabblad "Project" en klik op "Baseline" in de groep "Planning".
3. Selecteer "Instellen baseline" om een baseline in te stellen voor je project. Je kunt kiezen uit "Volledige baseline" om alle taken in je project op te nemen, of "Gedeeltelijke baseline" om alleen geselecteerde taken op te nemen.
4. Kies de gewenste optie en klik op "OK" om de baseline in te stellen.
5. Nadat de baseline is ingesteld, kun je de voortgang van taken bijhouden. Klik met de rechtermuisknop op een taak en selecteer "Voortgang bijhouden" om het venster "Voortgang bijhouden" te openen.
6. In het venster "Voortgang bijhouden" kun je de werkelijke start- en einddatums, de hoeveelheid voltooid werk en eventuele opmerkingen bijwerken voor elke taak.
7. Voer de juiste gegevens in voor elke taak en klik op "OK" om de voortgang bij te houden.
8. Gebruik het tabblad "Gantt-diagram" om de voortgang van taken te bekijken. De balken zullen de geplande en werkelijke voortgang weergeven, zodat je kunt zien of je project volgens planning verloopt.
9. Blijf de voortgang van taken regelmatig bijhouden en vergelijk deze met de baseline om eventuele afwijkingen te identificeren. Als je afwijkingen ziet, kun je maatregelen nemen om het project op koers te houden.

Met baselines en voortgangscontrole in Microsoft Project kun je de prestaties van je project meten en tijdig ingrijpen wanneer dat nodig is. Door baselines in te stellen, heb je een referentiepunt om de voortgang van taken te vergelijken en eventuele afwijkingen te identificeren. Met voortgangscontrole kun je de werkelijke voortgang bijhouden en de prestaties van je project bewaken. Blijf de voortgang regelmatig bijhouden en vergelijk deze met de baseline om te zien of je project volgens plan verloopt. Als je afwijkingen opmerkt, kun je tijdig maatregelen nemen om het project weer op koers te brengen. Door deze functies effectief te gebruiken, kun je de controle over je project behouden en succesvolle resultaten behalen.