Beginnen met Word

Voor het eerst beginnen met een nieuwe applicatie is altijd even zoeken. Waar kan je nu het beste beginnen? In deze handleiding doorloop je de basis stappen in Microsoft Word.

Een nieuw Word document opstarten

Voordat je Word kan gebruiken, moet je eerst het programma opstarten. Volg deze stappen om dit te doen:

  1. Klik op het Start icoon (het Windows-logo in de taakbalk).
  2. Scroll naar beneden en klik op Word. Houd er rekening mee dat alles op alfabetische volgorde staat. Je zal voor Word dus flink moeten scrollen.
  3. Word wordt geopend en aan de linkerkant zie je een menu. Het tabblad 'Start' wordt automatisch geopend. Hier kan je kiezen welk bestand je wilt openen.
  4. Klik op Leeg document.

Het Lint

Wanneer je Word opent, wordt er een leeg wit "papier" weergegeven, vergezeld van verschillende knoppen en menu's erboven. Deze bevinden zich in de zogenaamde Lint. Het Lint bevat diverse tabbladen, zoals 'Start' en 'Invoegen'. Bovendien is het Lint contextgevoelig, wat betekent dat het zich aanpast aan de specifieke taak die u op dat moment uitvoert.

het lint in Microsoft Word

Met de knoppen op het Lint activeer je de functies die je nodig hebt voor tekstverwerking en tekstopmaak. Bij veel knoppen, zoals die onder 'Plakken' op het tabblad 'Start', zie je een klein zwart pijltje. Klik erop en er verschijnen meer opties in dezelfde categorie.

Een nieuw document maken

Een nieuw document kan op verschillende manieren worden gemaakt om tekst te typen en op te maken op een leeg wit vel. Een tweetal opties zijn:

  1. Klik op 'Bestand' in het Lint, vervolgens op 'Nieuw' en selecteer 'Leeg document'. Klik indien nodig op 'Maken'.
  2. Druk de sneltoets Ctrl+N op je toetsenbord in. Druk dus tegelijkertijd op de Ctrl-toets en de letter N.

Let op: Het pictogram "Nieuw" staat standaard niet in de werkbalk 'Snelle toegang'. Om dit pictogram toe te voegen aan de werkbalk 'Snelle toegang', volgt u deze stappen:

  1. Klik op het pijltje aan de rechterkant van de werkbalk 'Snelle toegang'.
  2. Klik op "Nieuw" in het keuzemenu. Hierdoor wordt het pictogram "Nieuw" toegevoegd aan de werkbalk 'Snelle toegang'.

Hoe je ook Word zal openen, je zal altijd beginnen met een blanco pagina.

Een document bewerken

Zodra je het lege document opent, kan je onmiddellijk aan de slag met typen. Jouw ingevoerde tekst zal direct verschijnen op het scherm. In tegenstelling tot een traditionele typemachine is het niet nodig om aan het einde van een regel op de Enter-toets te drukken op de computer. Je kan het document helemaal naar eigen hand zetten en werkt tot op zekere hoogte vrij gebruiksvriendelijk. Word zal automatisch doorgaan naar een nieuwe regel zodra je het einde van de regel bereikt. Blijft dus vooral lekker door typen!

Om een spatie tussen woorden te creëren, druk je eenvoudigweg op de brede balk onderaan jouw toetsenbord. Als je alinea's wilt maken en op een nieuwe regel wilt beginnen, kan je de Enter-toets gebruiken. Wanneer je dat doet, zal de cursor, aangeduid als een dikke verticale lijn in de tekst die aangeeft waar je je bevindt, naar de volgende regel springen. Op die manier kan je zelf alinea's gaan maken.

Om een hoofdletter te typen, houd je de Shift-toets ingedrukt en typ je vervolgens de gewenste letter. Je zal merken dat Word automatisch hoofdletters aan het begin van een nieuwe zin creëert. Ook als je zelf dus een hoofdletter bent vergeten toe te voegen. Dat scheelt een hoop ongewenste fouten.

Tekst selecteren

Om op efficiënte wijze grote hoeveelheden tekst te bewerken of te verwijderen, kan je de woorden of zinnen markeren met een specifieke kleur. Er zijn verschillende methoden beschikbaar om dit te doen. Zodra de tekst is geselecteerd, zal deze worden gemarkeerd met een grijze achtergrond.

  1. Eén enkel woord selecteren: voer een dubbelklik uit op het gewenste woord.
  2. Eén volledige alinea selecteren: klik drie keer snel binnen de betreffende alinea.
  3. Meerdere woorden of regels selecteren: houd de linkermuisknop ingedrukt en sleep de muis over het gewenste deel heen terwijl de knop blijft ingedrukt.
  4. Per woord selecteren: Als alternatief voor de bovengenoemde methoden, kan je ook de Shift-toets ingedrukt houden en de pijltoetsen gebruiken.
  5. Het gehele document selecteren: Om het hele document te selecteren, gaat je naar het tabblad "Start". Klik vervolgens op de groep "Bewerken" en selecteer "Alles selecteren". Je kan ook de sneltoets Ctrl+A gebruiken.

Om grote delen tekst in één keer te verwijderen, kan je de tekst eerst selecteren en vervolgens op de Delete-toets drukken. Om de selectie ongedaan te maken (deselecteren), klik je eenvoudigweg op een willekeurige locatie in de tekst.

Opmaken van het document

De tekst in Word kan je op allerlei manieren bewerken en opmaken. Zo kan je de tekst voorzien van een andere kleur, markering aanbrengen, lettergrootte aanpassen of zelfs vormen en afbeeldingen toevoegen.

De opties rondom de opmaak die je het meest gaat gebruiken zitten in het lint bij het onderdeel 'Start'. Verder vind je nog meer opmaakmogelijkheden bij bijvoorbeeld 'Invoegen' en 'Indeling'.

Opmaakmogelijkheden in Word

Als je de tekst wilt bewerken, moet je deze eerst selecteren. Vervolgens kies je in het lint een van opties voor de opmaak, bijvoorbeeld de lettergrootte. Je ziet direct het resultaat van de wijziging die je hebt gedaan.

Is het even mis gegaan? Toets dan de sneltoets CRTL + Z in, tegelijkertijd op jouw toetsenbord. Hiermee maak je jouw actie ongedaan.

Je kan altijd eerst beginnen met een leeg document en losse woorden om de opties hierin eerst te ontdekken. Dit zorgt ervoor dat je een echt document veel sneller zal kunnen opmaken naar wens.

Tekst opmaak

De tweede groep op het tabblad 'Start' heet 'Lettertype'. Hier vindt u de opties 'Lettertype' en 'Lettergrootte'.

Tekst opmaak in Word
  • Lettertype: In de afbeelding zie je de tekst 'Maison Neue' staan. Dat is de huidige lettertype. Een lettertype is de manier waarop de letters vormgegeven zijn. Als je op de pijl ernaast klikt, krijg je een keuzemenu vol met verschillende lettertypes.
  • Lettergrootte: In de afbeelding zie je het cijfer 10 staan. Dat betekent dat de huidige lettergrootte 10 is. Door op het pijltje ernaast te klikken en te kiezen voor een ander cijfer, veranderd de lettergrootte.

Onder de lettertype en lettergrootte zie je de letters B, I en U staan. Deze knoppen zorgen ervoor dat de tekst dikgedrukt, cursief of onderstreept wordt.

B : Dikgedrukt
Selecteer een deel van de tekst. Vervolgens klik je eenmaal op het pictogram B. De geselecteerde tekst wordt nu dikgedrukt. Als je nogmaals, terwijl de tekst geselecteerd blijft, op het pictogram B klikt, wordt de tekst weer normaal.

In plaats van te klikken op het pictogram, kan je voor deze functionaliteit ook een sneltoets gebruiken. De sneltoets om de geselecteerde tekst dikgedrukt te maken is CTRL+B. Druk deze twee toetsen tegelijkertijd in.

I : Cursief
Om een gehele of gedeelte van de tekst cursief (schuin) te maken, heb je daarvoor de pictogram I nodig. Selecteer eerst het gedeelte van de tekst dat je schuin gedrukt wilt maken. Hierna klik je eenmaal op het pictogram I. Je ziet direct dat de geselecteerde tekst schuin staat. Als je de tekst opnieuw, of nog steeds, selecteert en op hetzelfde pictogram klikt, wordt de tekst weer normaal.

Je kan voor deze functionaliteit ook de sneltoets CTRL+I gebruiken. Selecteer hierbij opnieuw eerst de tekst en druk de sneltoets in. De tekst wordt direct schuingedrukt. Je kan de sneltoets opnieuw gebruiken om de tekst weer normaal te zetten.

U : Onderstreept
Je kan de tekst ook onderstrepen met een dunne streep. Om dit te doen, selecteer je eerst de tekst die je wilt onderstrepen. Hierna klik je op het pictogram U. De geselecteerde tekst wordt dan direct onderstreept. Om de streep weer weg te halen selecteer je de tekst die weer normaal moet worden. Vervolgens klik je weer op het pictogram U.

Voor deze functionaliteit kan je ook de sneltoetscombinatie CTRL+U gebruiken. Selecteer hiervoor eerst de tekst die je onderstreept wilt hebben. Daarna druk je de sneltoetscombinatie in. De tekst wordt direct onderstreept.

Markeren
Als je een deel van de tekst wilt opvrolijken met een kleur of juist extra wilt laten opvallen, kan je markeringen gebruiken. De markeringsopties vind je terug in bovenstaande afbeelding. Het betreft het pictogram met een pen en een gele streep eronder.

Om de tekst te markeren, selecteer je eerst de tekst die je wilt voorzien van een achtergrond kleur. Daarna klik je op het zojuist beschreven pictogram. Het wordt dan direct de kleur die ook in de pictogram te zien is. Als je een andere kleur wilt, moet je eerst op de pijl naast de pictogram klikken. Je ziet dan dat je veel meer opties aan kleur krijgt. Selecteer de kleur die je wilt. De geselecteerde tekst wordt dan de gekozen kleur.

Kleuren
In plaats van een achtergrond kleur voor de tekst, kan je ook de tekst zelf een kleur geven. Hiervoor selecteer je eerst de tekst. Daarna klik je op het pictogram met een hoofdletter A met daaronder een streep in een bepaalde kleur. In de afbeelding hierboven is het een rode kleur.

Om de kleur te wijzigen klik je op de pijl ernaast. Je kan vervolgens kiezen uit verschillende kleuren. Selecteer hierbij de kleur die je graag wilt. De tekst kleur is direct gewijzigd naar jouw gekozen optie.

Opslaan van het document

Nadat je de voltooiing van een document hebt bereikt, dien je het te opslaan. Je hebt de keuze om het op te slaan op jouw computer of in de OneDrive-cloud, een online opslagservice aangeboden door Microsoft. In een later stadium kan je het bewaarde document openen en verder bewerken. Evenzo is het mogelijk om documenten die je ontvangt van anderen, bijvoorbeeld via e-mail, op te slaan- op diezelfde plek op jouw computer.

Het is van essentieel belang dat elk document een unieke naam krijgt. Het programma Word zal immers bestanden overschrijven met dezelfde naam. Hierdoor zal alleen de meest recente versie behouden blijven. Om die reden dien je elk nieuw document dat je maakt op te slaan onder een andere naam. Je kan bijvoorbeeld de map 'Documenten' op jouw computer gebruiken als opslaglocatie of OneDrive.

Een document opslaan gaat als volgt:

  • In jouw document klik je eerst bovenin het lint op de optie 'Bestand'. Dan kom je in onderstaand scherm terecht. Hier klik je op 'Opslaan als'.
Document opslaan als
  • Vervolgens kan je kiezen om het document op te slaan op 'Deze pc' of op 'OneDrive'. Je ziet tevens meerdere opties staan, echter worden deze twee opties het meest gekozen.
  • Typ rechts bovenin bij 'Voer hier de bestandsnaam in' de naam van het document.
  • Klik op 'Opslaan'.

Meer over dit onderwerp

Vergis je niet dat beginnen met een nieuwe applicatie altijd tijd nodig heeft. Je leert het meeste door Word te openen en gewoon te gaan beginnen. Open een nieuw document en gebruik deze om allerlei opties te testen. Gaat het helemaal mis? Dan geeft dat niets. Sluit Word en start een nieuw document op en ga weer verder met ontdekken.